Hemelvaart, betekent de hemel verwerven
De Hemelvaart van de Heer is een feestdag die we goed kennen, maar die ook enkele vragen oproept, minstens twee. De eerste vraag is: “Waarom vieren we Jezus’ vertrek van de aarde?” Het lijkt erop dat Zijn vertrek een trieste gebeurtenis zou zijn en niet iets om bijzonder blij mee te zijn. Waarom het vertrek vieren? Dat was de eerste vraag. En de tweede vraag is: “Wat doet Jezus nu in de hemel?”
Waarom vieren wij? Omdat er iets nieuws en moois gebeurde met de Hemelvaart: Jezus nam onze menselijkheid, ons lichaam, mee naar de hemel, en hij doet het voor de eerste keer. Dat wil zeggen, Hij nam zijn menselijkheid mee om zo voor God te staan. De menselijkheid die hij op aarde aannam, bleef hier niet. Na zijn opstanding was Jezus geen geest, integendeel: hij had een menselijk lichaam en botten. We zouden kunnen zeggen dat God zelf sinds de dag van Hemelvaart is veranderd: vanaf dat moment is hij niet langer alleen maar een geest, maar omdat hij zoveel van ons houdt, draagt hij ons lichaam, onze menselijkheid, in zich!
De juiste plek voor ons is dus aangegeven, daar ligt ons lot. Dit is wat een oude geloofsvader schreef: “Geweldig nieuws!” – zei hij – “Hij die mens werd voor ons [...] om ons tot zijn broeders te maken, staat als een man voor de Vader en neemt allen die met Hem verbonden zijn met zich mee” (St. Gregorius van Nyssa, “Paashomilieën”, 1 ). Dit is wat we vieren met Hemelvaart. We vieren de ‘verovering van de hemel’: Jezus keert terug naar de Vader, maar met onze menselijkheid. De hemel is dus al een beetje van ons. Jezus opende de deur en Zijn lichaam is daar.
De tweede vraag is: “Wat doet Jezus in de hemel?” Hij pleit voor ons bij de Vader en toont Hem voortdurend onze menselijkheid. Hij laat Hem de wonden zien. Ik denk graag dat Jezus, staande voor de Vader, op deze manier bidt: Hem zijn wonden tonend. “Dit is wat ik heb geleden voor mensen: doe iets!” Hij toont Hem de prijs van de verlossing. En de Vader wordt ontroerd. Ik vind het leuk om dat te denken...
Maar bedenk, dit is wat Jezus bidt. Hij die ons niet alleen liet. Belangrijk is dat Hij, voordat Hij naar de hemel opsteeg, ons vertelde, zoals het evangelie zegt: "Ik ben altijd bij jullie, zelfs tot het einde der tijden" (Mt 28,20). Hij is altijd bij ons, kijkt naar ons, “leeft altijd om voor hen te pleiten” (Heb 7:25). Om namens ons onze wonden aan de Vader te laten zien. In één woord: Jezus is onze voorspreker; Hij is op de beste ‘plaats’, vóór zijn Vader en de onze, om voor ons te bemiddelen.
Stefan Bladowski, pastoor
Terug naar de vorige pagina