"Geef vanuit je hart, royaal en zonder bijgedachte"
Is dat niet een krachtige oproep tot een zuivere, authentieke vorm van vrijgevigheid? In een wereld waarin we vaak worden overspoeld door aardse zaken herinnert deze gedachte ons aan de essentie van echt geven: niet om iets terug te krijgen, niet om lof of waardering te oogsten, maar simpelweg omdat we voelen dat het het juiste is om te doen. We worden opgeroepen om de waarde van geven te heroverwegen en onze motieven te onderzoeken.
Royaal geven betekent niet per se veel geven, maar wel met een overvloedige houding: delen vanuit het besef dat er genoeg is, zonder angst iets te verliezen. Dit kan in de vorm van tijd, aandacht of liefde zijn, dus niet alleen door materiële zaken. Het is een daad van liefde en compassie die de gever en de ontvanger verrijkt.
Door zonder bijgedachte te geven, richten we ons op de ander en niet op onszelf. Het ego stapt opzij en maakt plaats voor empathie, compassie, hoop en liefde. Deze waarden vormen de kern van ons mens-zijn en het is door daden van onbaatzuchtige vrijgevigheid dat we deze waarden tot uitdrukking brengen. In dit proces groeien we ook zelf, omdat het loslaten van verwachtingen ons bevrijdt en ons leert dat vreugde en vervulling niet alleen komen van wat we ontvangen, maar juist van wat we geven.
Deze manier van leven maakt ons vrijer, gelukkiger, hoopvoller en laat ons de ware kracht van menselijke relaties ervaren. Is dat ook niet wat we in de komende periode gaan vieren, met de feesten Allerheiligen, Allerzielen en het Hoogfeest van Christus Koning. Daarmee sluiten we het kerkelijke jaar af en gaan we de adventsperiode in, waarin we verwachting en hoop bij uitstek vieren. Met Paulus zeg ik dan:
“De hoop in Christus stelt niet teleur.” (Rom. 5, 5)
Dick Vrijburg, diaken
Terug naar de vorige pagina